Jasliteratuur

Vandaag zat ik naast een man met een enorme jas. Op zijn schouder stond een logootje met daarop: rescue 24/7 en daaronder resQ Seismological Centre Polar Division. Onderin op zijn mouw was een plaatje van een sneeuwscooter geplakt, met daarbij het signalement Arctic Babe. Nu zijn er twee dingen mogelijk. Enerzijds zou de tekstschrijver van deze jas een onbegrepen en gepijnigde poëet kunnen zijn. Eentje die na een aantal geflopte dichtbundels als freelancer is gaan schrijven voor willekeurige kledingmerken. In dat geval zouden we een diepere betekenis aan de tekst moeten kunnen onttrekken. Er is dan vermoedelijk sprake van een verloren liefde en een gebroken hart. Vandaar ook de kou, de koudste kou, de arctische kou. Bovendien beeft de aarde, het fundament is rot en hij staat op instorten (het seismologische centrum). Het heroveren van de ijskoningin, de arctic babe houdt de verteller 24 uur per dag bezig, en dat dan weer zeven dagen in de week.

Waarschijnlijker is het, echter, dat de teksten op kledingstukken een verzameling onsamenhangend gelul zijn.

Chocolade-ijs

Lekker likken of sabbelen (in feite binnensmonds likken) is in veel gevallen beter dan kauwen. Kauwen is voor de ongeduldige eter. Ik ben zo’n ongeduldige eter, die steevast begint te kauwen op het moment dat voedsel in zicht komt. Vaak valt het niet zo op omdat er maar weinig mensen zijn die aan een frikandel of cracker likken, maar als er bijvoorbeeld groepsgewijs ijsjes worden gegeten val ik op.

Bij waterijs hap ik en kies ik dus voor onmiddellijke maar korte bevrediging. Bij Cornetto’s begin ik onderaan en bij softijsjes vraag ik om de discodip. Daarom is chocolade-ijs de beste uitvinding sinds laxeermiddel. De substantie van chocolade-ijs is brij-achtig, opdat je er net niet op kan kauwen. Het is echter ook te dik om op te drinken. Soms zitten er ook nog stukjes chocola in waarop je dan zou kunnen kauwen. Kortom, een dikke voldoende voor chocolade-ijs.

Thomas likt aan een ijsje en bemerkt dat alles klopt

Thomas likt aan een ijsje en bemerkt dat alles in orde is.

 

Ga allemaal roken!

Roken is een garantie op de dood en op slechte ballen. Sinds jaren wordt overal gepropageerd tegen het roken; op televisie, in kranten en op sigarettenpakjes. De staat wil het ons graag afleren en neemt ons bij de hand door sigaretten duurder te maken. Terecht, zult u zeggen. Zeker. Roken stinkt en je gaat er vaak van dood. Desalniettemin zal ik dit platform gebruiken voor een pleidooi voor roken. Zozeer is Met Man en Muys gesteld op hoor en wederhoor.

Er zijn maar weinig strijders onder de rokers. De meesten hebben het gevecht jaren geleden opgegeven en beamen plukkend aan hun verkleurde baarden en wenkbrauwen dat roken slecht is. Met een gele grimas voegen zij daaraan toe dat ze eigenlijk zouden moeten stoppen. Dat doen ze nooit, en dit is waarom.

In de eerste plaats is roken een uitdaging. Rokers kijken de dood recht in de ogen en drukken hun peuk uit in zijn gezicht. Rokers zijn als coureurs die met meer dan tweehonderd kilometer per uur door een dorpsstraat razen, maar dan zonder helm. Roken heeft dezelfde aantrekkingskracht als een spelletje Russische roulette.

Verder is roken heel stoer. Cowboys in films doen het. Rebellen doen het. Door psychoanalisten werd wel eens opgemerkt dat zo’n sigaretje eigenlijk een soort fallus-symbool is. Lekker rebels, een pik in je bakkes. Voor vrouwen is de sigaret geen fallus, maar geldt hij juist als symbool voor de strijd tegen de fallocratie. Mannen de baas? De vrouw steekt een sigaret op en verpest haar longen omdat zij dat wil!

Roken werkt dus ook bevrijdend. In onze samenleving hebben wij slechts het recht om te leven. De roker eist zijn recht om te sterven op door te roken. Hij mag dan wel sterk ruiken, eruitzien als een lijk en bloed hoesten; hij is wel vrij! De roker wil over het algemeen niet dood, maar wil dat wel graag mogen willen.

Tenslotte hoorde ik laatst van een aanstaande dokter dat roken goed is voor je maag. Hij wist het niet zeker, maar dacht van wel.

roken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Met Man en Muys Survival Guide: How to Los op de Crisis?

De crisis is voorbij! Over een jaar is Nederland uit de recessie lees ik in het nieuws. De economie groeide het afgelopen kwartaal met 0,1 procent. Dat klinkt fantastisch! Nu zijn er altijd weer van die zure economen die ons vertellen dat we niet te enthousiast moeten worden. “Het groeicijfer zit heel dichtbij de nul, met een kleine aanpassing duik je zo weer in de min. Je kunt daarom beter spreken van ‘stilstand op macroniveau'”, aldus de baas van het CBS. Meneer Dijsselbloem noemt het herstel pril. Wellicht speelt het calvinisme ons weer parten, met zijn zuinigheid en ingetogen soberheid. Dat is dus verkeerd. We moeten kiezen! Zijn we sobere Calvinisten of uitbundige Kapitalisten. Deze Survival Guide is voor de Kapitalisten! Doe dit, het liefst vandaag nog!

  • Maak winst!
  • De staat wil geen enorme publieke werken beginnen in verband met de zuinigheid. Overtuig ze! Laat bijvoorbeeld de Sint-Maartensvlotbrug zinken.
  • Verbrandt uw kleren. Breng ze niet naar de derde-wereld-container. Dat remt de productie af. Stop sowieso met recyclen.
  • Koop nieuwe kleren.
  • Eet veel!
  • Sluit enorme hypotheken af vanwege dingen!
  • Ga elk weekend op vakantie.
  • Maak winst! (U zou bijvoorbeeld kunnen overwegen om Met Man en Muys te kopen. Vraag een offerte aan via redactie@manenmuys.nl)
Te Koop

Te Koop

Dorp te Koop

Bantham, het dorpje waar Agatha Christie haar inspiratie vandaan haalde, staat te koop voor elf miljoen euro. Als iedere Met Man en Muys lezer een euro inlegt, hebben we het bedrag zo bij elkaar. Alvast voor onze verjaardag.

Je ne regrette rien!

Russen lijken de stereotypen toch vaak te bevestigen. Het nieuws rondom Russen gaat vaak gepaard met vrachtwagenladingen wodka. Begin deze maand bevestigde diplomaat Dmitri Borodin het cliché opnieuw. Hij werd dronken zijn huis uitgesleept, niet omdat je thuis niet dronken mag zijn, maar omdat hij zijn kinderen in gevaar bracht. Moeder had intussen vier auto’s geramd en sliep haar roes uit in het ziekenhuis en in de verhoorkamer op het politiebureau. Dit kon niet door de vingers worden gezien! Dmitri en zijn vrouw zijn immers onschendbaar, zijnde diplomaten. Poetin was boos. Onze minister Timmermans moest sorry zeggen.

Dat deed hij, zoals een echte Nederlander dat doet. Sinds ons land niets meer voorstelt (en dat is toch al ruim 200 jaar) handelen we zonder ruggengraat. Wanneer een bullenbijter als Poetin wil dat wij sorry zeggen doen we dat natuurlijk. Timmermans, echter, is een stiekemerd. Dat wisten we al na het “uitlekken” van zijn e-mail aan de fractieleden van de PvdA. Deze e-mail wordt door velen als de directe aanleiding van Cohens val gezien. Timmermans was de zelfbenoemde Brutus van Cohen en lijkt de macht van zijn computertje te kennen. Achter zijn PC verandert de brave minister in een rebel op sokken.

Op sokken omdat hij het niet waagde om daadwerkelijk op zijn excuses terug te komen. Dat was waarschijnlijk ook niet goed geweest. Hij deed het stiekem en plaatste een filmpje van Edith Piaf, “je ne regrette rien!”. Poetin is waarschijnlijk geen facebookvriend van Timmermans. Daar hoefde hij zich dus geen zorgen om te maken. Het is als sorry zeggen met gekruiste vingers, als sorry zeggen en dan snel “maar niet heus” mompelen. Timmermans is een Nederlandse rebel.

Stedelijk Museum

Een tijdje geleden bezocht ik het vernieuwde Stedelijk Museum in Amsterdam samen met collega Beerschot. Vol verwachting sloten wij aan in de rij voor de toegangskaartjes. Binnen enkele minuten was iedereen verdwenen en stonden we binnen in het gekunstelde witte gebouw dat door de Amsterdammer al liefkozend “de badkuip” wordt genoemd. Een warm bad was het niet. Elk schilderij, elke installatie schreeuwde om mijn aandacht en de plattegrond toonde mij dat er ook nog een bovenverdieping was, en een kelder. Ik ben het Museum doorgerend en heb alles gezien, maar van niets echt genoten.

De volgende dag ben ik teruggegaan en heb ik mijn stellingen op de schuifdeuren getimmerd. Ik heb alle kunstwerken beklad met waterverf en rondjes gereden op mijn brommer. Ik bepleit een museum met één schilderij! Dit schilderij moet groot zijn en mooi. Er moeten lekkere stoelen komen in de zaal waarin het komt te hangen; een bioscoop met één beeld en alle tijd om dat eens rustig te bestuderen.

museumscoop

Broodje Bal

Sinds een tijdje zie ik zo nu en dan verontrustende aanplakposters in de stad. “Jouw broodje bal was er niet zonder MBO-ers (en deze poster ook niet)”, prijkt er op willekeurige borden door de stad. Ik zou hier in de eerste plaats wat dingen recht willen zetten. Mijn broodje bal was er wel zonder MBO-ers (maar die poster inderdaad niet). Ik ben WO-er, maar betekent dat dat ik zover van de realiteit verwijderd ben dat ik geen broodje bal kan klaarmaken? Nee, ik ken de samenstelling van een broodje bal. Men neme een kadetje en een gebraden gehaktbal en plaatse de een op de ander, wellicht vergezeld van een jus of pindasaus. Misschien worden we verondersteld verder te denken, de poster is immers gericht aan ons, hoogopgeleide snobs. Doelen ze op de herkomst van het kadetje, of de bal, moeten we denken aan de slachter in het slachthuis of de kadetjesbakker, stuk voor stuk nobele MBO-ers overigens, maar wie geeft dat gehakt zijn mooie rode kleurtje? Of nog beter, wie heeft de koe genetisch gemodificeerd? Dat waren wij.

Bovendien wekt de poster de verkeerde indruk. Ik heb veel respect voor MBO-ers, en ze zijn inderdaad van essentieel belang voor de samenleving. Al het belangrijke werk wordt gedaan door MBO-ers, het zijn bouwvakkers, schilders, schippers, vrachtwagenchauffeurs. Het werk van de WO-er daarentegen is van minimaal belang. WO-ers ontdekken bijvoorbeeld dat monniken in een klooster in Friesland begin 1235 graag dingen overschreven. Of ze ontwerpen een huis, maar dat hoeft in principe maar een keer gedaan te worden, één model is genoeg. Kortom, MBO-ers doen het echte werk, waarom dan een broodje bal? Daar heb je toch geen opleiding voor nodig? Een broodje bal kunnen wij ook assembleren, bouwen en varen kunnen wij echter niet.

De poster is dus beledigend voor zowel WO-ers als MBO-ers. De WO-er wordt gezien als iemand die verstoken is van enige praktische vaardigheden, bij wie het hele leven zich in het hoofd afspeelt. MBO-ers worden aan de andere kant gemarginaliseerd tot broodje-bal-vouwers.

Bewapende Begrafenisondernemers

In Volkskrant Magazine stond een tijdje geleden een mooie fotoreportage over de bewapening van leraren en leraressen op Amerikaanse scholen. Het Amerikaanse antwoord op een toename van schietpartijen is meer wapens. Zoals Reagan het leger vergrootte in vredestijd voor een eventuele preventieve oorlog, zo is de Amerikaanse juf voortaan in het bezit van een pistool. Een van de foto’s toont de conrector van een schooldistrict in Ohio. Hij is in het bezit van een fors jachtgeweer, een mooi stel oorkleppen en een zonnebril. Hij voelt zich aanzienlijk op zijn gemak met deze uitbreidingen. De meest verontrustende foto is van een begrafenisondernemer, die een fluwelen doosje toont met daarin een klein pistooltje. Hij kijkt er een beetje stiekem bij. Magere hein heeft een nieuwe gedaante aangenomen, Jerry Cartmill is zijn naam. Op het eerste gezicht lijkt hij een keurige man. Zijn dikke buik verraadt hem echter. De zaken gaan goed! Hij heeft een vette ring om zijn worstenvingers en dus dat fluwelen doosje. Het is als de opticien met de laserpen, de huisarts met vieze deurklinken of de tandarts met de boor. We kunnen nu nog denken; die gekke Amerikanen, maar voor je het weet staat dikke Hein ook hier op de stoep.