Doedelzak

Gisteren zwierde ik over de besneeuwde en bescheten klinkers van de Dam op zoek naar een tram. Daar doe ik meer inspiratie op dan op de redactie waar Claudio oefent met zijn eenwieler. Hij heeft zich kortgeleden aangemeld bij Circus Renz; “een groot schrijver moet grote dingen doen”, meldde hij. Joop is afwezig. Hij zou melk gaan stelen, maar is niet teruggekomen. “Of de eenwieler eruit, of ik!”. Claudio heeft geen woord gezegd en ik ben gegaan.

Straatmuziek vind ik niet zo erg, maar van doedelzak moet ik spugen. Ergens voor een winkel op het Damrak stond een wat houterige idioot toonladders te blazen, pompen of zuigen op zo’n verschrikkelijke zak. Hij trok aan de stokken, zijn hoofd was een enorme rode ballon. Als ik doedelzak hoor moet ik denken aan bevallingen en vulkanen. Twiedelie tuuuuuuut. En altijd klinkt er een zacht gebrom onder in de zak, een astmatische Schot die goedkeurend toekijkt hoe zijn schaap lammeren werpt. Ik wilde op hem aflopen zijn bril breken en overal knopen in leggen. Naast hem gaan staan en meejanken dat ik weet dat de wereld niet mooi is, dat hij dat er niet in hoeft te wrijven.

Maar het allerliefst zou ik een tijdmachine kopen en de uitvinder per ongeluk van een Schots heuveltje duwen. Ik heb alleen geen geld.

Tijdmachine

Diederik Stapel

Vorige week stond er een open brief in de Volkskrant, gericht aan de verontwaardigde lezer. Hij was geschreven door Diederik Stapel. Voor diegenen bij wie er geen lampje gaat branden; Stapel was een psycholoog die zelf zijn data verzon of deze een stukje omboog naar zijn verwachtingen. In zijn brief schrijft hij dat hij ” de wereld net iets mooier wilde maken dan hij is”. Dat nemen wij van Met Man en Muys hem niet kwalijk. De wereld is volkomen ruk en wij dachten toch al dat een psycholoog niet veel afweek van de romanschrijver; de psycholoog ontbeert alleen de fijnschrijverij. Wat ons echter wel verontrustte was het sentimentele en zeurderige “de waarheid is beter af zonder mij”. Met zijn hoofd en armen in het schavot accepteert de gevallen geleerde deemoedig zijn lot.

En nu we hier toch over schrijven. Wij hebben ook u iets te bekennen. De waarheid is ook beter af zonder ons. Wij van Met Man en Muys hebben uw blinde vertrouwen beschaamd. U leurde met ons als als Jehova’s met hun toren en slikte onze verhaaltjes als zoete koek. Honderdduizenden lezers hebben zich weerloos door deze wereld laten slepen met onze fabeltjes. Het was allemaal gelogen. We hebben de feiten gemanipuleerd om de wereld net iets mooier te maken dan zij is. Maar de wereld is niet mooi. Open uw krant en lees! Vergeet ons als de juist ontsprongen bron van informatie en zoek de waarheid! Of kies voor de schone halve waarheid en droom.

Stapel meldt ook dat hij een boek heeft geschreven over zijn ervaringen in deze donkere dagen. Hij weet hoezeer wij houden van zijn verhaaltjes. Bovendien smullen wij van een dergelijke crash, van deze genadeloze ondergang van een succesvol persoon. Diederik heeft zijn gedachten op papier gezet. Dat durven wij niet.

De Met Man en Muys Survival Guide: How to take pleasure from de spits

We leven in roerige tijden. U zult het vast al vaker gehoord hebben, maar het is crisis. Niet alleen op de markt. Ook de cultuur verkeert in een staat van wanhoop. Op die momenten is daar, precies op tijd overigens, het zinkende schip der rede vol behaarde gezichten van de mannen van Met Man en Muys, om u te begeleiden naar rustiger vaarwater, een kalme zee vol vissen en roze kwallen. Een nieuwe aflevering van de Man en Muys Survival Guide! Nu bent u misschien wat kritisch over zelfhulp, maar we vertrouwen erop dat u er weer intrapt. De markt voor zelfhulpboeken is immers ongekend groot en ondanks het feit dat zelfhulpboeken, net als onze Survival Guide, nog nooit iemand beter maakten blijven ze verkopen. Inmiddels zit de Nederlander ellendig en onderuitgezakt op de bank te staren naar  een boekenkast vol titels als Voel Je Goed in Je Lijf of Verander Je Man Alsof Dat Kan. Nog nooit is iemand manager geworden in een dag, en nog nooit is iemand miljonair geworden door het lezen van een biografie. Uw liefdesleven zal niet verbeteren door in bed te stappen met uw sokken aan en eens fijn een poosje te bladeren in Meer Denken over Seks. Toch willen wij niet achterblijven. Vandaag leren wij u te genieten van de spits!

  • Blijf eten. Houd een hamburger in uw linkerhand en een milkshake in de rechter voor de incidentele slok. Zorg dat u altijd een blik mais in uw tas heeft. Mais is lang houdbaar.
  • Lach om rennende mensen. Rennende mensen zijn in verschillende categorieën in te delen. Er zijn er die rennen als overreden kangaroes. Zonder overtuiging. Er zijn er ook die rennen als struisvogels. Met de nek gebogen en een hoofd dat voor het lichaam uit schrijdt. Met een koffertje in de hand haasten deze hardlopers zich naar een nog onbekend perron. Verdwaasd en doelloos rennen talloze mannen, in hun zweterige bruine pakken, door de stationshal. Weer anderen lijken hun benen bij elkaar proberen te houden terwijl zij rennen. Het doel van deze techniek is onduidelijk. Met een rechte rug en de armen strak langs het bovenlijf rennen ze door de poortjes, bovendien met zichtbare tegenzin.
  • Koop een draagbare satelliettelevisie of een goed boek.
  • Schaf een discman aan.
  • Ga op de grond liggen en luister naar een CD met oceaangeluiden.

Verder is de spits gewoon volkomen ruk. Dat geldt trouwens ook voor de gelijknamige krant.

Marco Borsato – Dromen Durven Delen

Marco Borsato is aan een emotionele toer begonnen, om door het land menig labiele dan wel sentimentele fan tranen in de ogen te zingen. Marco is meestal dusdanig in harmonie met zijn vrouwelijke kant dat een avondje voelen welhaast een garantie is. ‘Vanwaar deze aandacht van jouw kant, Looier?’. Ik hoor u denken: ‘Jij bent toch een vent met een ziel knoestig als de bast van een treurwilg, even gevoelloos als lusteloos?’ Welnu, dat klopt! Ik schrijf deze kritiek zonder enige relevante kennis van Marco Borsato en zijn toer. Daarom, zal ik alleen de poster, die enige tijd een zuil van een brug in Amsterdam versierde, beoordelen.

De poster ziet er als volgt uit. Bovenin staat Marco Borsato, Dromen Durven Delen met daaronder in grote letters en vergezeld van enkele vrolijke muzieknootjes Dichtbij. Dat is in ieder geval al een hele verbetering. Hiervoor was de vrolijk lachende Borsato binnen, binnen in mijn hart, binnen in mijn ziel. Van binnen. Die tijd hebben we gelukkig gehad. Dichtbij is comfortabeler, zal ook zijn manager hem hebben verteld.
“De mensen houden niet meer zo van binnen, Marco”
“En als ik nu eens dit doe?”
“Da’s wel erg dichtbij”

De tijd van binnen is voorbij. Maar weet Marco wel wat hij zich op de hals haalt, terwijl hij daar zo zorgeloos op die stoere auto leunt. Dromen Durven Delen, dat kan alleen rampzalig uitpakken. Weet hij wel wat hij te horen krijgt als hij zijn krijsende, geile fans hun dromen laat delen. Marco, wees gewaarschuwd, geloof mij. Sinds mijn aanstelling bij Met Man en Muys werd ik bedolven onder brieven. Wat daar in geschreven stond wens ik zelfs mijn ergste vijand , en ook jou niet toe. Bovendien weet ook jij maar al te goed dat de meeste dromen bedrog zijn. Dat heb je je fans toen goed geleerd door middel van eindeloze indoctrinatie op zeurderige melodie en schreeuwerig gezang.

Tot slot, beste Marco, zou ik nog enkele suggesties willen doen. Ik heb een lijst met daarop jouw liedjes opgezocht en zou willen voorstellen dat je de volgende deunen achterwege laat bij je eerstvolgende concert: Je hoeft niet naar huis vannacht, afscheid nemen bestaat niet, denk aan mij, doe wat je altijd deed en ik kan het niet alleen. Daarentegen zijn de volgende nummers misschien een beter idee, gewoon om weer even te laten weten waar de grens ligt: Ik leef niet meer voor jou, Dit heb ik niet verdiend en Laat me gaan misschien nog als toegift.

Diederik de mens

Diederik Samsom viel in slaap tijdens de troonrede. Prem schreeuwde door de studio van De Wereld Draait Door dat het zou bewijzen dat hij een mens was. Daar had ik eigenlijk nog nooit aan getwijfeld. Een politicus kan ook weinig anders zijn dan een mens. Beesten zijn over het algemeen niet welkom in de politieke arena (Ook Ivo Opstelten is gewoon een mens). Planten zijn welkom in de kamer. Die kunnen echter slechts ritselen en Diederik doet meer dan dat. Zelfs als hij slaapt. Dan windt, boert en snurkt hij, zoals we hebben kunnen horen tijdens de troonrede.

Verder is slapen geen bewijs voor het feit dat Diederik een mens is. Honden slapen ook, katten, vleermuizen en beren ook. Als Prem gezegd had dat Diederik praatte en dus waarschijnlijk een mens was, had ik dat een steekhoudend argument gevonden. En als we de redenering omkeren; is iedereen die niet sliep tijdens de troonrede geen mens? Zijn dat robots, of nog verontrustender; cyborgs?

Het is zorgwekkend dat Prem er niet vanuit gaat dat politici mensen zijn. Misschien weet hij meer dan wij. We weten nog steeds niet wat er allemaal in Area 51 gebeurde toen daar een vliegende schotel neerstortte. Prem zegt wel dat hij uit Paramaribo komt, maar voor hetzelfde geld is hij een wezen van een verre planeet waar men niet slaapt, op een missie om ons TV-landschap te ruïneren. Dat zou ook zijn enthousiasme voor de PvdA verklaren. De enorme wallen, dijken onder zijn kleine ogen en zijn accent zouden aanwijzingen kunnen zijn.

Het Cocktail Trio

De meest adequate beschrijving voor het gevallen en bijna vergeten kabinet pikte ik op in de stad. Het cocktail trio. De man die deze bittere grap had bedacht zat naast mij op een bankje. Ik was daar net gaan zitten om eens fijn in een boek te lezen. Hij at intussen uit een blikje kattenvoer met een plastic mes en trok een moeilijk gezicht als een een oude zeeman die pruimtabak herkauwt. Soms spuugde hij een bruine sliert speeksel. De smaak van samengeperst vlees en vet spoelde hij weg met een fiere slok bier. Zijn huid had de kleur van een katoenplukker. Toen er een leuk meisje naast hem kwam zitten begon hij zijn vertoog.

‘Ik begrijp het niet, hè… Dan is dit het land met de mooiste vrouwen. En dan moet Willem-Alexander zijn vrouw helemaal uit Argentinië halen. En dan komt zij hier zo de koninklijke familie binnengestormd.’ Het meisje knikte. ‘Dit is trouwens het stomste kutvolk dat ik ooit heb meegemaakt! Ik ben geen Nederlander, hè.’
‘o nee?’
‘Nee. Mijn ouders komen uit Nederlands-Indië. Nederlands-Indië noemden ze dat.’

Intussen werd verderop het 380-jarig bestaan van de Universiteit van Amsterdam gevierd. In een bescheiden ‘glazen huis van de wetenschap’ hielden professoren lange toespraken op lijzige toon en met interessante gelaatstrekken. Achter mij werden enorme joints gedraaid door iemand die de hoop ook al lang geleden had opgegeven, maar nooit bitter was geworden. Hij schreeuwde lachend: ‘Ik hoef geen museum-jaarkaart aan te schaffen, ik zal toch nooit een Rembrandt bemachtigen!’

‘Professeurs zijn het!’, brulde de man naast mij tegen het meisje, dat waarschijnlijk net aan een leuke studie begonnen was, ‘Dat zijn de luiste klootzakken! Professeurs zijn de meest nutteloze eikels ooit. Ze doen helemaal niets en als ze een these moeten schrijven jatten ze het van iemand anders, en ze zitten alleen maar te zuipen! En dan onze regering. Het cocktail trio zou ik ze haast noemen. HET COCKTAIL TRIO! En dan heb je die mislukte worstendraaier uit Brabant. En die conservatieve sukkel die zijne excellentie genoemde wilde worden. En die is zo sloom! van de Christenunie. DE CHRISTENUNIE! CHRISTENUNIE! CHRISTENUNIE!’

Stampend en schreeuwend verliet de man het plein. Misschien was hij ooit wel een politicus die er echt in geloofde.

Fictie in opdracht: Donut

Ficties in Opdracht is een rubriek waarbij de ene schrijver schrijft in opdracht van de ander. Ieder kort verhaal wordt geschreven vanuit een opdracht die van tevoren is vastgesteld door een bijzonder onvakkundige commissie. Op moment van schrijven luidt die opdracht als volgt: Schrijf een fabel over stadsdieren. Heeft u zelf een heel leuk, grappig, moeilijk of gewoon heel stom idee? Stuur uw suggestie voor een fictieopdracht naar redactie@manenmuys.nl.

“Heb je geen kleinere stukjes?”
“Wil je dat ik…?”
“Je bedoelt…”
“Ja met mijn snavel. Ik heb ook geen mes en vork zoals je ziet.”
“Nou, nee dat ook niet.”
“Nou.”
“Doe maar dan.”
Mus betaalde duif met vier stevige takken voor haar nest en ontving de donut in zijn geheel. Hij rende een paar rondjes, sprong in het karakteristieke gat en pikte wat  in het kleffe deeg.
“Waar is meneer duif eigenlijk?”
“…”
“gevlogen zeker.” Mus gaf duif een knipoog en lachte.
“Hij is dood.”
“…”
“Toen de brug weer naar beneden kwam is hij te laat weggevlogen. Of eigenlijk niet weggevlogen. Hij zat tussen de brug en de weg.”
“typisch Rudy”
“…”
Mus liep nog een rondje om zijn donut. De felle zon deed het vettige gevaarte glanzen als een vers visje. De donut was zeker twee keer zo groot als hij. Mus hield van donuts, maar had nog nooit zo’n grote aangeschaft, door de logistieke problemen die dat opleverde. Mus had nog geen concreet plan. Hij had nu zeven rondjes gelopen, was wat heen en weer gesprongen en had gefladderd. Hij moest nu snel iets bedenken. De meeuwen konden elk moment verschijnen. Je wist het nooit met meeuwen. Soms lieten ze zich dagen niet zien en soms kwamen ze met honderden tegelijk voor een beetje eten.

Hij besloot alvast een hap te nemen. De geur van de zoete gefrituurde deegbal was onweerstaanbaar en bovendien bevordert kauwen het denkproces. Een tweede hap volgde. Mus had ook niet zo uitgebreid ontbeten en voelde zich zwakjes. Dat kon hij niet gebruiken als de meeuwen kwamen. Hij nam nog een hap, terwijl hij zich bedacht dat hij zou vechten als een vent. Binnen vijf minuten had hij de donut voor de helft opgegeten en kwam tot de ontdekking dat het ding een stuk lichter was geworden. Als hij nu nog een paar happen zou nemen, moest het hem lukken de donut naar zijn schuilplaats te verslepen. Mus at door en liet hele stukken deeg zonder te kauwen door zijn keel naar binnen glijden.

Hij nam het laatste stuk in zijn snavel en probeerde ermee op te stijgen. Mus fladderde met alle kracht die hij in zijn vleugels had, maar hij steeg niet op. Duif had alles gezien en schaterlachte.
“Je hebt te veel gegeten!”
“Je moet je mond houden. Jij bent ook de dunste niet,” beet mus duif met een rood hoofd van de inspanning toe.
“Ik kan nog vliegen.”
Duif fladderde lichtjes en steeg zonder moeite op.
“Stom wijf!” riep mus haar nog na. Ze hoorde hem niet meer en vloog lachend weg met de vier takken in haar snavel.

Het lukte mus niet zijn zware lijf te verheffen toen de meeuwen verschenen en zich met honderden tegelijk op hem storten. Na de overval van deze doodse zeebonken bleef er enkel nog een veertje liggen op het slagveld. Van de donut geen kruimel.

 

Lego-en

Voor elke persoon op aarde zijn er 53 legoblokjes geproduceerd. Dat is een geweldig gegeven. Het betekent dat de aarde miljarden legoblokjes met zich meedraagt in haar omzwervingen door het heelal. Bijna een half triljoen plastieken steentjes, een universum op zichzelf. Wat voor geschiedenis zullen de archeologen over duizenden jaren schrijven als ze deze onvergankelijke artefacten vinden? Maakt onze beschaving deel uit van het plastieken tijdperk, wellicht worden wij weer ingedeeld in een stenen tijdperk. Weet u wat wij moeten doen? Wij moeten onze krachten bundelen en iets met al die Lego gaan maken! Ik las laatst dat we met zijn allen gemiddeld drie miljard uur per week aan het spelen van games in virtuele werelden besteden. Deze uren kunnen we ook gebruiken om de echte tastbare wereld om ons heen te verbeteren! Arbeiders aller landen, legoot!

We zouden bijvoorbeeld een eiland kunnen bouwen. Als we alle steentjes gebruiken kunnen we een drijvend eiland ter grote van Ameland bouwen. Als we de witte steentjes niet gebruiken kunnen we daar kleine huisjes van bouwen om in te wonen. We zouden natuurlijk ook gewoon een schip kunnen bouwen om daar omstebeurt een stukje op te varen. Of een dorpje voor daklozen. De autootjes en de deurtjes kunnen qua formaat dan wel een probleem opleveren.

We zouden natuurlijk ook een ambitieuzer project kunnen starten. Een ruimtestation bijvoorbeeld. Of een maankolonie. Daar kunnen we legomannetjes laten wonen. Die zeuren niet, hebben geen zuurstof nodig en ook geen kapper. Ze kunnen gewoon een nieuw kapsel op hun hoofd klikken. Toch is het misschien het verstandigst om een gevangenis te bouwen. Er zijn nog te veel boeven op de planeet.

François Hollande

Vandaag is François Hollande beëdigd als de nieuwe president van Frankrijk. De neus van Sarkozy maakt plaats voor het saaie hoofd van een politicus. Ook zijn vrouw haalt het niet bij Carla Bruni. Valerie Trierweiler heet ze. Journaliste. Toch heeft hij een prachtige naam. François Hollande is de Frans Duijts van Frankrijk en we zouden hem kunnen overladen met flauwe cadeaus (woordenboeken Frans-Nederlands) als het geen crisis geweest zou zijn. Gelukkig gaat hij daar wat doen.

François heeft niet de typisch Franse arrogantie van zijn voorganger. Daar adverteerde hij mee. Hij was gewoon, een gewone Franse man met een gewone Renault. Vorige week dacht ik dat ik hem tegenkwam in de supermarkt. Met een zelfscanner in de hand liep hij rond zonder te weten wat hij die dag zou kopen. Wellicht wat brood en een kaasje. Sarkozy ben ik nog nooit tegen het lijf gelopen. Waarschijnlijk laat hij zijn boodschappen bezorgen.

Later kwam ik hem weer tegen, op de hoek van een straat in zijn kraag gedoken, een accordeon in zijn hand. Hij speelde de muziek van “The Godfather” en keek ongelukkig. Als een clochard met stoppelbaard trok en duwde hij het instrument uit vorm. Naast hem lagen een lege fles wijn en een half opgegeten schimmelkaasje.

Ik heb hem een keer op de televisie gezien. Daar droeg hij een ongemakkelijk pak en riep hij dingen die het volk boos of uitzinnig maakten. Sindsdien denk ik hem steeds tegen te komen. Hij is inderdaad gewoon. De perfecte socialist, een man van het volk. En saai.