Zware luchten,
Dood materiaal,
Het kleurenpalet.
De herfst,
Poep.
Zware luchten,
Dood materiaal,
Het kleurenpalet.
De herfst,
Poep.
De redactie zit met een probleem. 20 jaar geleden zijn wij op aanraden van onze toenmalige financiële man Fred unaniem in de Apple-aandelen gestapt, in de hoop dat wij met de winsten uit die aandelen onze wildste dromen zouden kunnen waarmaken. Denk aan een levenslange zeilcruise door de Cariben, een tweede huis in de Outback, onze eigen uitgeverij beginnen om al die steeds afgewezen manuscripten eindelijk uit te geven, onbeperkt kibbeling eten op de markt of een privé-concert van Dries Roelvink. U begrijpt: in onze dromen groeide onze geldboom tot in de hemel. Maar vandaag werden wij geconfronteerd met het eerste stukje harde realiteit in ruim twee decennia: zelfs Apple-aandelen groeien niet onbeperkt. De waarde blijkt zelfs tot onder de 600 euro gedaald te zijn. En daar hadden we niet helemaal op gerekend.
Zoals gezegd: we hebben nu een probleem. Want terwijl we rustig afwachtten totdat we onze stukjes Apple tegen monsterwinsten konden verkopen, hebben we wel alvast een klein voorschotje op al die reizen, privéconcerten en gebakken vis genomen. Daardoor zitten we nu met een paar pallets van Claudio’s nieuw te verschijnen “Koken met Claudio”, de ontginningsrechten voor een nieuwe polder in de Noordzee en een vrij forse schuld. Nu kijken wij niet op een paar nullen (we kijken daar trouwens nooit iemand op aan), maar zodra het drie paar nullen worden, wordt onze nieuwe financiële man Hans een beetje zenuwachtig. En omdat hij het al aan zijn hart en andere spieren heeft, hebben we besloten hem te gaan helpen.
Bij deze verzoeken wij als redactie u dus met klem om bij Hans’ gezondheid stil te staan en gul te geven. Bak koekjes, organiseer een sponsorloop, doneer liters bloed of andere lichaamssappen, verkoop postzegelverzamelingen: alles om geld bij elkaar te krijgen voor Hans. Want zodra onze schuld afbetaald is, is Hans gered. Alvast bedankt.
Gisteravond was het zover: de uitreiking van de Gouden Televizier-Ring 2012. Het Amsterdamse theater Carré werd voor dit spektakel volgestouwd met de crème de la crème van de Nederlandse televisie, c.q. Ali B., Linda de Mol en Britt Dekker. Dat is inderdaad hoe het Nederlandse televisielandschap er momenteel bij ligt. Maar gisteravond werd dit landschap vooral gevierd. Reinout Oerlemans (u weet wel, De Regisseur Met Baard) verzorgde de presentatie, en al met al werd het een gemoedelijke, eigenlijk wat saaie avond. Een beetje zoals de Nederlandse televisie dus.
Terwijl dit tafereel zich voor mijn ogen voltrok, vroeg ik mij toch vooral af wie de keuze voor de verschillende uitreikers van de verschillende prijzen heeft gemaakt. Want wie denkt er bij de uitreiking van een televisieprijs meteen aan een olympisch turner, in de vorm van Epke Zonderland? Of een astronaut? Zelf vermoed ik dat we in Nederland gewoon niet meer bekende televisiepersoonlijkheden hebben om de prijs te overhandigen, daar zij allemaal opeengepakt in de volle Carré-zaal zaten. Dat verklaart ook meteen het optreden van Mart Smeets, die qua gala-geschiktheid natuurlijk maar vlak voor Fidel Castro komt. Alleen tussen de cheerleadende showballetdansers zou Smeets minder op zijn plaats zijn.
Van Reinout Oerlemans kan je daarentegen veel zeggen, maar hij heeft op zijn minst iets te maken met televisie. De keuze voor Oerlemans als presentator is dan ook een stuk minder merkwaardig. Het is alleen wel een beetje jammer dat zijn hele optreden bij het gebrek aan merkwaardigheid blijft steken. Hij is een presentator van een tamelijk brave show. Dat is zo ongeveer wat erover te zeggen is. Ik pleit ervoor volgend jaar de lijn van de Golden Globes-uitreiking te volgen. Men neme: een buitenlandse cabaretier in een smoking, een lessenaar en een zaal vol mensen met trots, en ik verzeker u dat u het Gouden Televizier-Ring Gala volgend jaar wèl wilt zien. Bij deze wil ik ook alvast Phillipe Geubels (de kale Belg met bril, ja: die) voor die rol van cynische gastheer nomineren. U kunt nu stemmen.
Kut.
Als er iets is wat we hebben kunnen leren van de afgelopen verkiezingsstrijd, dan is het wel dat de Nederlandse debatten altijd ontaarden in een complete chaos. Uit de kakofonie van de boven elkaar uitbulderende politici verstaan we vrijwel niets meer. En als men dan in dat lawaai eindelijk op dreef raakt, zijn de vooraf vastgestelde vijf minuten om en moet er naar een volgend onderwerp overgeschakeld worden. Ferry Mingelen. Waarna een ander onderwerp weer veel te kort en zonder enige structuur wordt behandeld. Echt wijzer worden we er nooit van.
Hoe het ook anders kan, zag ik toevallig van de week. Twee mannen zitten rustig aan een tafel, zij bespreken per onderwerp een aantal van hun belangrijkste speerpunten en delen zo nu en dan een plagerige speldenprik uit aan hun opponent. Een gespreksleider zit tegenover de heren en zorgt dat elk voldoende tijd krijgt en waakt ervoor dat men niet door elkaar heen praat. Er is geen publiek. Het meest onwaarschijnlijke aan dit alles is dat dit tafereel op de hedendaagse Amerikaanse televisie verschijnt. Amerika, het land van show, neon-verlicht vermaak en lege vrolijkheid bij uitstek. Maar uitgerekend daar, in de VS, wordt een debat tussen de eventuele vice-presidenten zo gevoerd. Ik was verbaasd en prettig verrast.
Nu weet ik dat we in Nederland geen presidenten of premiers kiezen, maar zou het niet fantastisch zijn als de Nederlandse debatten ook zo ingevuld zouden kunnen worden? Een aantal uitzendingen lang zien we twee steeds wisselende lijsttrekkers naast elkaar en tegenover Ferry Mingelen zitten, alwaar zij rustig en per thema mogen vertellen wat ze vinden. Aan het eind van de reeks uitzendingen mag het duidelijk zijn wie waarvoor staat. Op een prettige en kalme manier. Helaas is men in Nederland van mening dat debatteren onder het toeziend oog van hinderlijk klappende en joelende mensen moet gebeuren, en dat we met grote regelmaat moeten peilen wat er op het internet over het debat wordt gezegd. Terwijl het mij toch echt geen donder interesseert wat men er ‘thuis van vindt’ of hoe klappenswaardig het studiopubliek die ene oneliner vindt. En dat is nog afgezien van al die spannende show elementen.
Ik had niet gedacht dat ik het met betrekking tot dit onderwerp zou zeggen, maar qua televisiedebatten kunnen we nog een hoop van die lui overzee leren.
Sinds wij enkele maanden geleden op Met Man en Muys een aantal vergeten spreekwoorden publiceerden, hebben we kunnen constateren dat u ze weer met volle overtuiging en in het gehele Nederlandse taalgebied bent gaan gebruiken. Dat stemde tot unanieme tevredenheid hier op de redactie en wij hebben toen enthousiast enkele drankjes genuttigd om dit heugelijke gegeven te vieren. Tot wij ons vier weken later weer onder de mensen begaven. Met stomheid geslagen merkten we hoe de geherintroduceerde uitspraken het volledige discours hadden ingenomen, en andere spreekwoorden naar het heiige en tochtige rijk der vergetelheid hadden gezonden. Blijkbaar is het collectieve geheugen niet in staat om oude en nieuwe spreekwoorden vredig naast elkaar te laten bestaan. Daarop meende de voltallige redactie dat het hoog tijd werd de inmiddels vergeten spreekwoorden weer opnieuw onder de aandacht te brengen. Waarvan akte.
-Als de nood aan de man komen.
Nogal snel genoegen nemen met een toekomstig echtgenoot. Eva was zo bang alleen te blijven, dat ze als de nood aan de man is gekomen. Nu is ze getrouwd met Frits. Ja, echt.
-Dat bedankt je één zwaluw.
Het is logisch dat het nog geen zomer is. Er lag nog sneeuw in de straten, dus dat bedankt je één zwaluw.
-Iets tegen willens en wetens doen.
Iets expres maar met tegenzin ondernemen. Hij liet zichzelf tegen willens en wetens struikelen, zodat de ongemakkelijke spanning wat draaglijker werd.
-Het is een eitje van een cent.
De makkelijkste opdracht ooit. Volgens de baas is het een eitje van een cent. Maar waarom doet hij het zelf dan niet?
-Aan mijn vege lijf geen polonaise.
Rot op met je carnaval. Of ik meeging naar Breda. Ha, aan mijn vege lijf geen polonaise!
-De geest is gewillig, maar het vlees is in de kuip.
De wil is er wel, maar het lichaam ligt al Freudiaans te seksen. Bas’ geest was gewillig, maar zijn vlees is al in Annelies’ kuip. Dus dit zal wel zo’n beetje het einde zijn van dit filmavondje, toch?
-Schot voor open deur.
Een makkelijk grapje dat iedereen al eens heeft gemaakt. Jemig, over schot voor open deur gesproken. Triest.
-Iemand met pek en veren het riet in sturen.
Iemand openbaar beschuldigen en beschimpen, en vervolgens ook nog eens een ruk-antwoord op diens vraag geven. Jack werd echt met pek en veren het riet ingestuurd toen hij vroeg waar hij zo’n kortingscoupon kon krijgen.
-Door merg en been wordt men wijs.
Kennis en kunde vergaren door lichamelijke pijniging. Dat brievenbuspissen laat hij voortaan wel achterwege, want hij is door merg en been wijs geworden.
-Aan de veren kent men de boom.
Volkomen gek worden; knetterstoned zijn. Aan de veren kende Frans de boom, dus dan weet je het wel.
Als u iemand bent die van de film Bridesmaids heeft genoten, dan zal Bachelorette bij u ongetwijfeld 0ok in de smaak vallen. Toegegeven, er wordt niet in een gootsteen gekakt, maar er is genoeg om je wenkbrauwen vol afschuw bij op te hijsen. Wat dacht u van kotsen in een bad, draden sperma tussen de bovenbenen en een stripper die rechtstreeks uit de Village People weggelopen lijkt te zijn. In die oplopende volgorde. Juist, dit is zo’n film. Maar wel met Kirsten Dunst.
In Bachelorette zijn drie vriendinnen de bruidsmeisjes van iemand waarmee ze niet écht goed bevriend zijn, maar wel doen alsof. Zeg maar een Facebookvriend. Wanneer ze elkaar op de avond voor het huwelijk eindelijk weer zien, besluiten ze al snuivend en drinkend dat het een goed idee is om de jurk van de bruid te passen. Uiteraard gaat dat mis en de jurk scheurt op een cruciale plaats in, waarna een race tegen de klok begint om de jurk weer toon- en draagbaar te maken. We volgen een nacht vol drank, wasserettes, cocaïne, verloren liefdes, bruiningsspray, gladde kerels, Xanax, strippers, bloedneuzen en zwembaden, en we leren vooral dat elk van de drie dames zo haar eigen problemen heeft. Niemand is perfect, zo blijkt maar weer, en zeker deze vriendinnen niet.
Is de film dan de moeite waard? Ja, toch wel. Ondanks het wat dunne verhaallijntje laat Kirsten Dunst zien dat ze prima een komische rol kan vervullen. En alsof dat nog niet genoeg is, is ook de blik van Lizzy Caplan een reden om deze film te gaan zien. Caplan’s ogen (en algehele voorkomen, overigens) zijn de vleesgeworden ‘kan-me-niet-schelen’-generatie. Ze kijkt iedereen, gevraagd of ongevraagd, dood. Of ze nu de schaal van orale bevrediging probeert uit te leggen, of haar gesprekspartner inderdaad een doodsverwensing naar het hoofd slingert. Ik heb er in elk geval hartelijk om gelachen. Maar ik ben dan ook een beetje een vreemd geval. Hoe dan ook: verwacht van Bachelorette geen hoogdravende, artistieke cultfilm, maar eerder een vermakelijke chaos. Net als Met Man en Muys, eigenlijk.
“Ik bedoel maar, we hebben allemaal wel wat beters te doen dan de was, toch?”
Deze zin, te horen in een reclame van een schoonmaakmiddel in een roze fles, is waarschijnlijk de lelijkste zin die ik in lange tijd heb gehoord. Niet eens omdat die in een bijzonder luidruchtige en irritante reclame wordt gebruikt, of omdat hij heel lelijk nagesynchroniseerd in het Nederlands uit een Amerikaanse mond komt, en al helemaal niet omdat ik een zeurpiet ben die altijd iets te mopperen moet hebben. Waarom dan wel, hoor ik u niet vragen. Nou, ik zal het u vertellen.
Ten eerste is daar de hoeveelheid woorden, tegenover de hoeveelheid overgebrachte informatie. Deze zin bestaan uit drie deelzinnen, waarvan er twee weggelaten kunnen worden, zonder dat dat iets afdoet aan de boodschap. ‘We hebben allemaal wel wat beters te doen dan de was’ zegt evenveel, en zelfs in die zin zou je nog wat woorden kunnen schrappen. ‘We hebben wat beters te doen dan de was’ is eigenlijk hetzelfde en loopt nog beter ook.
‘Ik bedoel maar’ is een van de leegste uitdrukkingen uit de Nederlandse taal. Wat wil je zeggen met ‘ik bedoel maar’? Dat je het volgende bedoelt, en je de rest van de tijd maar wat voor je uit zat te brallen? Waarom trek je dan überhaupt je mond open, als het grootste gedeelte van de woorden die uit je mond stromen onbedoeld zijn? Is het dan niet beter, en veiliger, om gewoon je mond te houden? Dan nog het ‘toch?’ aan het einde van de zin. Ik heb niets tegen retorische vragen (zie het veelvuldig gebruik ervan eerder deze alinea), maar in dit geval is het compleet overbodig. Een retorische vraag wordt veelal gebruikt om overeenstemming te suggereren. Is dat hier echter nodig? Door te spreken over we, helemaal in combinatie met allemaal, wordt er al geopperd dat dat niet alleen de mening is van de huisvrouw die toevalling voor de kamera zit, maar dat we allemaal vinden dat we wat beters te doen hebben. Met bijna de helft van de woorden minder kan je precies hetzelfde zeggen, zonder iets af te doen aan de overtuigingskracht van de zin.
Ten tweede is het simpelweg niet waar. Qua tijdsbestedingen is de was doen niet bepaalt de meest zinloze. Als ik de was doe betekent dat meestal dat ik anders in vuile, stinkende, bevlekte kleding over straat moet. Ik kan die tijd besteden met voor de telvisie hangen, een paar wanten voor mijn kat breien of hilarische stukjes voor een satirische website, maar ik kan ook de was doen en zo een hoop narigheid en vieze luchtjes voorkomen. Hoewel het geen primaire levensbehoefte is, staat schone kleding toch hoog op mijn lijstje met belangrijke dingen.
Daarnaast; hoeveel tijd kost de was doen nou? Ervan uitgaand dat je een wasmachine tot je beschikking hebt is het een kwestie van deurtje open doen, was erin, deurtje dicht en druk op start. Wat wil je doen in die tien minuten dat zo belangrijk is, dat het beter is dan de was doen? Een waterput graven in Afrika, een weeshuis starten of een medicijn vinden voor kanker kosten allemaal beduidend meer tijd dan een wasje de machine in stoppen.
En toch slikken we dit met z’n allen! Waarom? Kunnen we dit niet stoppen, op de één of andere manier? Als we ons best doen, zal er heus een manier zijn om de reclamebazen te laten weten dat we hier niet op zitten te wachten. Dat moet te doen zijn, maar dan moeten we wel samenwerken. Dat zal het probleem echter niet zijn; ik ben niet de enige die zich hier druk om maakt…
Toch?