Klokkenluiding

Eenieder die zich op Met Man en Muys veilig waande, moet zich nog eens afvragen waarop die aanname precies gebaseerd is. In de tijd dat ik voor Met Man en Muys gewerkt heb, is er bij mij namelijk een heel ander beeld van deze website en haar redactie ontstaan. En dientengevolge zou ik u graag waarschuwen.

Toen ik bij Met Man en Muys begon, zag ik deze online plakplaats voor wat ze voor velen nog lijkt: een uit de hand gelopen hobby van drie welwillende jongemannen zonder kwaad in de zin. Toegegeven, de redactionele loods is een nogal duister en fragwürdig gebouw maar verder vermoedde ik geen nevelige activiteiten. Dat beeld veranderde toen ik het drietal dat zich redactie noemt beter leerde kennen. Daarover kun je met veel nuances en onderscheidingen schrijven, maar in de kern is het een diverse verzameling geestesaandoeningen. Ik herinner mij een voorval waarbij Claudio op de melodie van één van Dries Roelvinks onbekendere nummers in alle hoeken van de loods kleine zakjes varkenszaad ophing, terwijl Thomas en Joop vol enthousiasme tuinscharen, friteuses en hun bovenbenen met ossewit aan het invetten waren. Het verdere verloop van dit verhaal zal ik u besparen, maar zelfs nu al zou het een alarmerende indicatie voor de mentale toestand van de redactie moeten zijn.

Mijn waarschuwing heeft dan ook betrekking op deze redactie. Op Met Man en Muys bent u namelijk weerloos overgeleverd aan de zieke geesteswendingen van deze drie naarlingen. Bezint eer ge leest, zou ik u op het hart willen drukken. Want voor u het weet doet u, net als de redactie, heel vreemde dingen met dode poëten en dierlijke restproducten.

Reactie van de redactie: Dit was definitief de laatste keer dat we een stagiair hebben aangenomen.

Tententest

Onlangs oriënteerde ik mij op een tent. Een lichtgewicht trekkerstent, wel te verstaan, om een eventuele vakantie met de redactie zonder doorweekte nachten of verzakte rugwervels te kunnen overleven. Ik ben toen naar een grote kampeerwinkel gegaan om wat tenten in het echt te aanschouwen en hopelijk de knoop door te hakken over welk rudimentair huis ik uiteindelijk op mijn rug mee zou dragen. Na enkele rondjes kuieren en observeren, kwam een nogal prangende vraag op: hoe test je eigenlijk een tent voordat je ‘m aanschaft?

In tegenstelling tot Thomas ben ik geen oorspronkelijke, doorleefde kampeerder. Natuurlijk heb ik als rechtgeaarde Nederlander de nodige uurtjes campingervaring, maar dat wel in de relatieve luxe van een caravan. Van tenten en toebehoren weet ik dus nagenoeg niets. Maar ik trof mij nu desondanks wel in een grote hal vol tenten, met de taak het kaf van het koren te scheiden. Alleen hoe? Niet gehinderd door enige kennis of ervaring ben ik toen in enkele tentjes gekropen, in de hoop dat die actie er professioneel uit zou zien en erop vertrouwend dat mij ondertussen verdere onderzoeksmethoden zouden invallen. Helaas, na wat ritssluitingen openen en sluiten en een aantal maal languit gaan liggen en weer rechtop gaan zitten was ik wel door mijn grondige tent-test-ideeën heen. Ik nam nog wat foto’s en ben toen weer naar huis gegaan.

Ik ben de eerste die zal toegeven dat je altijd een gok neemt bij de aanschaf van producten, dat je nooit kunt weten hoe die spullen in het gebruik zullen zijn of reageren. Ik houd het echter voor redelijk om een paar testjes uit te voeren voordat je iets koopt. Alleen hoe doe je dat met een tent? Die staat strak als een snaar opgesteld in een droge warme hal, terwijl je de tent in de praktijk altijd zelf moet opzetten in zeikregens en kniediepe modder. En dat is nog los van het feit dat je in de kampeerwinkel redelijk goed gemutst bent, en in de vrije natuur pissig en hongerig.

Op hoop van zegen dan maar.

Bierproeverij De Prael

De redactie is nooit te beroerd om voor een bierproeverij het bed uit te komen. Sterker nog: dat is zo ongeveer het enige waarvoor we nog wel tussen de klamme lappen vandaan komen. Afgelopen week was het weer zover en enigszins onwennig troffen we onszelf op de stoep van Brouwerij De Prael in Amsterdam. “Een pand zo dichtbij de Wallen, dat moet wel een stel heel stoute biertjes opleveren”, zo redeneerde Thomas. “Ik ga voor de blondjes”, meldde Joop glunderend. “Houd op met die kansloze opmerkingen en kom mee naar binnen. Ik heb dorst, verdomme”, zei Claudio barser dan gebruikelijk, en stapte over de drempel van de brouwerij. Een lifter glipte mee naar binnen.

U moet weten dat de redactie een vreemde handicap heeft. Zodra zij voet zet in een willekeurige brouwerij, krijgt zij automatisch een rondleiding voorgeschoteld. Dat is ons inmiddels al een aantal keer overkomen en ook in De Prael was het weer raak. Als gevolg van onze goede opvoeding en onvervalste lafheid schuifelde de redactie slaafs achter de Purmerendse gids aan, die ons het hele brouwproces liet zien. Mout, hop, gist, schroten, maischen, klaren, wort, koken, vergisten, lageren: we kunnen het rijtje inmiddels dromen. Geen van de redactieleden is in staat een fatsoenlijk ei te bakken, maar voor bierbrouwen draaien we onze hand amper nog om.

Tussen de ketels valt Thomas de namen van de biertjes op: “Hé, zijn dit niet allemaal namen van volkszangers?” Joop denkt na, en ondertussen gaat de rondleiding verder. De Purmerendse brouwmeester (“de beste brouwers komen nu eenmaal uit Purmerend”) vertelt dat de bieren inderdaad vernoemd zijn naar zangers. “Hé!”, brengt Joop uit, nog steeds verstrikt in zijn denkproces. “Waarom draagt er geen één bier de naam Dries?”, vraagt Claudio iets geïrriteerd. “Dries?”, reageert de Purmerender, “welke Dries?” “Dries Roelvink, wie anders? Waarom blijft echte kwaliteit toch altijd ondergewaardeerd?”, vraagt Claudio zich hardop zuchtend af. “Let maar niet op hem”, probeert Thomas de sociale spanning iets te verlichten. Claudio loopt met vurige schreden naar het proeflokaal.

Als de rest van de redactie daar aankomt, heeft Claudio net zijn eerste paar biertjes op, waardoor de stemming aanmerkelijk is verbeterd. Gezamenlijk gieten we André, Willeke, Nelis en Johnny de donkere, slijmerige krochten van onze spijsvertering in. De blikken zijn instemmend en begerig naar meer. En meer komt er ook. De barjuffrouw plaatst steeds weer nieuwe volkszangers op onze tafel, en serveert er zo nu en dan zelfs luxe hapjes bij. De sfeer is ondertussen niet meer kapot te krijgen, en zelfs het onbedaarlijk braken onder tafel wordt één groot feest. Jankend van geluk kruipt het drietal naar de kille, gure redactieloods terug en duikt na een slaapmutsje het bed weer in.

Thomas is blij, Claudio wacht op meer bier. Een lifter mengt zich.

Thomas is blij, Claudio wacht op meer bier. Een lifter mengt zich.

Rapporten onderzoek gestolen

Van onze verslaggever

De rapporten van het onderzoek naar de diefstal van eindexamens blijken te zijn gestolen. Dat meldt een anonieme bron binnen de onderwijsinspectie vanmorgen. Vermoedelijk zijn de rapporten ontvreemd toen ze in een personeelskamer lagen. Hoe de daders het kamertje precies zijn binnengekomen is vooralsnog onduidelijk, maar de politie heeft in een verklaring wel aangegeven dat de al tijden vermiste sleutel van de personeelskamer er in elk geval niets mee te maken heeft. Wat de gevolgen voor het verdere onderzoek naar de diefstal van de eindexamens zullen zijn, wordt momenteel onderzocht. Mogelijk betekent het dat het onderzoek opnieuw moet worden gedaan. “Verdomme”, reageerde de woordvoerder van de onderwijsinspectie op de nog niet bevestigde berichten.

In de supermarkt

“Pardon, mag ik iets vragen?”
“Dat mag.”
“Kunt u mij misschien vertellen waar de baby-romainesla ligt?”
“Jazeker, loopt u even mee.”

“Hier, alstublieft.”
“Super, bedankt. Weet u ook waar ik ravioli met vier kazen kan vinden?”
“Eh, ja. Volgt u mij.”

“Kijk.”
“Inderdaad. Geweldig! En Catelaanse choritas?”
“In het pad van de gedroogde worsten, meneer.”
“Of een entrecote?”
“Vleesschap.”
“Kakifruit?”
“Ik ga even verder met mijn werk.”
“Aspergesaus?”
“Dag meneer.”
“Ik ben ontzettend onder de indruk! Fantastisch!”
“…”

De Met Man en Muys Survival Guide: How to plak a fietsband?

Lastig, lastig. Fietsband plat. Hè, wat een gedoe. Kut.

Elke Nederlander heeft bovenstaande staat van geestelijke nood wel eens ondervonden. De smeulende vertwijfeling die toeslaat wanneer je eindelijk naar huis dacht te kunnen gaan, maar jezelf nu gedwongen ziet de komende uren slenterend door te brengen. Om nog maar te zwijgen van de acute benauwdheid die toeslaat wanneer je tijdens het fietsen opeens iets hoort sissen of knallen. Lekke banden zijn slecht voor je hart. Maar wanhoop niet langer! Met Man en Muys levert u, wederom, de oplossing voor deze hachelijke situatie! En dat in slechts 15 simpele stappen. Dus pak uw fiets bij de band, en plak mee!

  • Controleer of er in de buitenband nog scherpe stukjes aanwezig zijn. Kijk zorgvuldig: kleine stukjes glas zijn moeilijk te zien. Egels en keukenmessen vindt u over het algemeen beter.
  • Til de buitenband van de velg. Hiertoe zit er bij veel bandenplaksetjes een soort hefbomen. Wurm die onder de rand van de buitenband en til de band dan over de rand van de velg.
  • Blijft vooral kalm. Probeer het nog een aantal keer.
  • Nu de buitenband gedeeltelijk van de velg af is gehaald, kunt u bij de binnenband. Pomp de band een beetje op en luister en voel zorgvuldig. Zoek naar de plek waar lucht merkbaar wegstroomt. Duw de binnenband zo nodig in een bak water, en kijk waar luchtbelletjes ontsnappen.
  • Wil de band bij het oppompen maar niet hard worden, zoek dan nogmaals naar egels of ander tuingereedschap.
  • Als u het gat in de binnenband gevonden heeft, is het raadzaam hier uw vinger op te leggen of de plaats te markeren. Pak vervolgens de rechthoekige plakkertjes en knip er alvast een rondje uit.
  • Schuur de plek rondom het gat. Als het gat groter wordt, gebruikt u te grof schuurpapier of een rasp. Dat is niet de bedoeling.
  • Open de tube lijm en trek de binnenband strak over de rug van uw hand heen. Breng ruim lijm aan rondom het gat.
  • Wacht geduldig, de lijm heeft een paar seconden nodig om goed te hechten. Duw na circa één minuut het uitgeknipte plakkertje hard op het gat.
  • Zodra uw handen zorgelijk wit kleuren, kunt u het duwen staken en de band rustig laten vieren. Bij een correcte handelingswijze blijft het plakkertje op de band zitten.
  • Haal rustig adem en ga even een kopje thee drinken. Dit kan iedereen gebeuren. Knip na de thee rustig een nieuw plakkertje en schuur, lijm en plak volgens bovenstaande instructies.
  • Controleer of het plakkertje ditmaal wel goed blijft zitten door lucht in de binnenband te pompen. Hoort u geen sissen en ziet u geen belletjes, dan kunt u de band via het ventiel ietsje leeg laten lopen totdat deze half slap is. Ter referentie: u bent weliswaar al iets opgewonden, maar nog niet volledig operationeel.
  • Leg de ietwat opgepompte band om de velg en probeer de buitenband daar weer omheen te krijgen. Het geeft niet als u binnenband over lijkt te houden: dit is normaal. Frummel dit gelijkmatig in de buitenband. Controleer hierna of de binnenband niet gedraaid in de buitenband zit.
  • Trek de buitenband weer aan beide kanten in de velg. Laat hiertoe lucht uit de band lopen. Begin dan bij het ventiel en werk aan weerskanten naar de overkant. Probeer het vloeken binnensmonds te houden; het staat anders zo amateuristisch.
  • Pomp de band weer op zodat deze uw volle gewicht kan dragen. In sommige gevallen betekent dit dat u helaas weer opnieuw zult moeten beginnen. Of misschien kunt u beter gewoon eens gaan lopen.

Blijft vooral kalm

Ik ben al een tijdje jaloers op de Engelsen. Aan de overkant van de Noordzee heeft men namelijk een inmiddels beroemde uitdrukking waarin de hele cultuur van ons buureiland culmineert: “Keep calm and carry on”. Daarin zou nog wel eens de essentie van het Brit-zijn kunnen schuilen: het is stiff upper lip en koele onverzettelijkheid. Gecombineerd met de van deze uitspraak afgeleide aansporing “Get excited and make things” krijg je de gemene deler van de Britse geschiedenis en cultuur. Ik koester de mythe dat de cultuur van Groot-Brittannië bepaald wordt door mannen in gammele schuurtjes die dingen verzinnen en maken, en zonder morren steeds maar weer doorgaan.

Oorspronkelijk werd de uitdrukking “Keep calm and carry on” eind jaren ’30 gebruikt om het moreel van het Britse volk op te krikken naar aanleiding van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Wat deze uitdrukking eeuwigheidswaarde verleend is dat hij in elke andere (crisis)situatie ook prima werkt. Dus ook nu, in tijden van economische tegenspoed, kan de leus inspireren en aanmoedigen. Voor mij persoonlijk is het de serene rationaliteit van deze frase die kalmeert, en het is door precies deze zin dat ik stikjaloers ben geworden op de Britten. Elke keer dat ik de bijbehorende poster ergens zie hangen of iemand met een t-shirt met de opdruk “Keep calm and carry on” zie, baal ik ervan dat wij dat in Nederland niet hebben. Het zou zo verdomde gaaf zijn.

Afgelopen week was ik in het Hilversumse museum Beeld en Geluid. Daar zag ik per abuis een filmpje van de koninklijke PTT in oorlogstijd. In de instructiefilm werd getoond en verteld hoe te reageren bij een bominslag of ander oorlogsgeweld, en hoe de postbezorging dan toch ongehinderd door kon gaan. En daar, na ongeveer één minuut en met grote no-nonsense letters, kwam ‘ie voorbij: “Blijft vooral kalm”. Daarmee, dames en heren, hebben wij het schitterende Nederlandse equivalent van één van de mooiste Engelse zinnen ooit. Met dezelfde koelbloedigheid, met dezelfde redelijkheid en met dezelfde boodschap. Ik heb alvast de vrijheid genomen om een poster te ontwerpen. Plakt ‘m achter uw ramen, drukt ‘m op mokken en shirts, maakt het tot een lijn van toeristische producten, maar wat u ook doet: Blijft vooral kalm.

Blijft vooral kalm.