De Met Man en Muys Survivalguide: How to make proper nasi?

U kent het wel: wat zullen we vandaag weer eens eten? Het goede antwoord is altijd ‘nasi’, want dat is lekker, makkelijk en inheems, dus: tof. Maar, zo hoort men regelmatig morrelen en klagen, hoe maken we goede nasi? Daarop besloot de redactie tot een grondig maar volstrekt onhaalbaar onderzoek en legde haar oor te luister op Neerlands marinebasis; al eeuwen goed voor varend oorlogstuig en de beste blauwe hap. Dus pakt uw spatel stevig vast en kook mee!

  • Breng water in een pan aan de kook. Gooi de rijst hierbij. Laat koken tot het geheel gaar is: doorgaans is dit bij de derde keer overkoken.
  • Snij, knip, scheur of separeer vlees van een willekeurig dier, liefst dood. Roerbak op hoog vuur en voeg nasi- of bamigroenten toe. Het maakt eigenlijk geen zak uit wat voor groenten. Als het groen en gewassen is, kan het erbij.
  • Aanbakken.
  • Het geheim van een echt goede nasi schuilt ‘m in de nasikruiden. Kies dan ook een goedkope mix uit de supermarkt. Het zelf samenstellen van zo’n mix is een onwijs tijdrovend gekloot en in feite alleen weggelegd voor Javanen die verder toch niets anders te doen hebben. Bovendien is hun nasi doorgaans niet te bikken.
  • Roer de aangelengde mix door de rijst-met-groenten. Zet het vuur hoog en bak de nasi een beetje aan.
  • Tot dusver mag de nasi volledig mislukt zijn. Want zelfs als uw maaksel op dit punt onherkenbaar smaakt en gruwelijk geurt, is er nog helemaal niets aan de hand. De nu volgende stap maakt elke bovenstaande actie namelijk volledig overbodig. Dus: maak de pindasaus.
  • Vries de nasi in. De pindasaus in een apart bakje in de diepvries plaatsen.
  • Warm de bevroren nasi en pindasaus op.
  • Schep op een bord en eet!

Ogenblik

Ik word vrij vaak om een ogenblik geduld gevraagd. Dat gebeurt in de trein, bij een pinautomaat, wanneer ik een helpdesk bel of als iemand schoenen in de juiste maat uit het magazijn gaat halen. Ik ben een geduldig mens en wacht altijd zonder morren. Maar het is mij wel opgevallen dat een ‘ogenblik’ nogal ruim te interpreteren is. De ogenblikken duren namelijk van enkele seconden tot ruim 5 minuten. En daarom valt ‘een ogenblikje’ eigenlijk altijd tegen: het lijkt wel consequent iets langer dan verwacht. Nu kan ik dat prima uitstaan, maar soms is meer duidelijkheid wel prettig. Vandaar hier mijn bij voorbaat kansloze poging om dat te regelen.

Zou het immers niet handig zijn om ‘ogenblik’ te reserveren voor een vaststaande tijdseenheid? Een ogenblik duurt dan bijvoorbeeld 30 seconden tot één minuut. Twee ogenblikjes wordt dan alles tussen één en twee minuten. Een moment is twee tot twee en een halve minuut, een tel alles tot 10 seconden, twee tellen duurt maximaal 30 seconden, enzovoort. Het zou een hoop verwachtingsvol-maar-tevergeefs wachten schelen, vermoed ik.

Maar, zo hoor ik u denken, is het hele punt van een ogenblik nou niet juist dat je het gebruikt omdat je niet weet hoe lang iets zal duren of geduurd heeft? Goed punt. Ik ga even een ogenblik in een hoekje zitten balen. Bedankt.

Vermaakpaal

Onlangs stond ik in het hart van Amsterdam op de tram te wachten. Ik was namelijk op weg naar Thomas, om daar naar zijn nieuwe tosti-recept te kijken. Met een ruw idee van waar ik heen moest, wachtte ik geduldig tot de juiste tram kwam voorrijden. Bij de halte stond ogenschijnlijk ter informatie een bord dat de actuele vertrektijden van de verschillende trams aangaf. Aangezien ik al iets langer stond te wachten, deed ik een beroep op het informatiebord om te zien wanneer mijn tram zou arriveren. En al gauw werd mij duidelijk dat het bord zuiver en alleen vermaak is. Want, zo zag ik, het bord wisselde elke 30 seconden en gaf op z’n best een schets van welke tramlijnen er überhaupt rijden in heel Amsterdam. Geen van de trams die voor mijn neus verscheen was daarvoor al aangekondigd op het bord. En toen ging het mij dagen dat dit bord er alleen maar staat om de aandacht van het wachten af te leiden.

Tot enkele jaren geleden hanteerde men op station Utrecht Centraal ook zo’n tactiek. Daar hing een gigantisch bord dat eveneens als een valklok de actuele vertrektijden aangaf. Hoewel enige functionaliteit dit bord niet ontzegd kon worden, was het voornaamste doel mensen zolang te boeien en in spanning te laten wachten, dat er uiteindelijk geen seconde meer te verliezen was en men als een waanzinnige hollend naar de trein moest.

Een prima manier dus om mensen het gevoel te geven dat ze nauwelijks hoeven te wachten op de trein. Dat vond ook het GVB, alleen gaven zij er nog een surrealistische draai aan: letterlijk niets wat op het bord verschijnt, correspondeert met de werkelijkheid. Dat heb je normaal gesproken niet in de gaten, maar als je substantieel langer bij de halte vertoeft, valt opeens het kwartje. Schrijnend waren de hoopvolle blikken die medewachtenden, tegen beter weten in, op het bord wierpen. Elke 30 seconden werd de ene willekeurige term vervangen door de andere, en geen ervan was toevallig juist. De ironie van het woord ‘informatiebord’.

Het recept zag er overigens goed uit. Ik ben benieuwd hoe het zou smaken.