Koningsliedkritiek

Ik zag een paar dagen terug een filmpje op het internet waarin Kees van Kooten geïnterviewd werd. De interviewster was een irritante, pompeuze, pretentieuze vrouw van een, naar mijn mening, nogal middelbare leeftijd. Zij stelde eerst een paar vragen over het politiek engagement van Nederlandse schrijvers, of eerder het gebrek daaraan. Het was pijnlijk duidelijk dat de heer Van Kooten geen zin had in deze quasi kritische onzinvragen en als kijker kon ik daar maar al te goed in komen. Na een minuut of drieënhalf nam het gesprek echter een andere wending. Van Kooten uitte zijn onvrede over het recent bekendgemaakte ‘koningslied’, geschreven door John Ewbank, en zei dat het koningshuis aan haar opvoedende taak voorbij was gegaan door een zo weinig artistiek verantwoord nummer te kiezen. Hij zei dat hij liever had gezien dat er werd gekozen voor een componist als Corrie van Binsbergen.

Hoewel ik het sentiment waardeer; het verlangen naar erkenning van cultuur en kwaliteit, kan ik helaas niet zeggen dat ik het helemaal eens ben met meneer Van Kooten. Ik bedoel daarmee niet dat ik het nummer van Ewbank mooi vind (dat vind ik niet), of dat ik Corrie van Binsbergen een mindere componist vind (dat vind ik ook niet, sterker nog; ik ben een groot fan van Van Binsbergen en heb binnenkort zelfs de eer het podium met haar te delen). Ik ben het ook eens met Van Kooten dat de regering een opvoedende taak heeft, maar weet echter niet of dit het juiste moment is om deze uit te oefenen. Het idee van het koningslied is dat deze bij de kroning van prins Willem-Alexander door heel Nederland wordt gezongen. Dan kan je met een complex, modern klassiek stuk komen wat alleen door geschoolde zangers uitgevoerd kan worden, omdat je dat zo mooi vindt of omdat je vindt dat de Nederlandse bevolking dat mooi moet vinden, maar dan mis je wel de oorspronkelijke bedoeling van het koningslied. Het lied van Ewbank, hoe lelijk en voorspelbaar ook, is lekker degelijk, goed te onthouden, makkelijk te zingen en zal een groter deel van de bevolking aanspreken en aansporen mee te doen.

Daarnaast weet ik niet of Van Binsbergen wel de juiste keus was geweest. Zoals eerder vermeld vindt ik haar te gek, dat is het niet. Zij is echter op haar best in muziek die deels geïmproviseerd, deels gecomponeerd is. Ik vind zelf haar stukken het vetst wanneer er ruimte is gelaten voor improvisatie, en ik denk niet dat dat is wat je wilt bij een koningslied. Een koningslied moet herhaalbaar zijn en uitgevoerd kunnen worden door orkesten bij officiële gebeurtenissen. Improviseren is nou eenmaal een aparte tak van sport en niet iedereen kan dat. Orkesten als de marinierskapel bijvoorbeeld, die spelen veel bij officiële koningsdingen, zijn daar nou eenmaal niet goed in (neemt niet weg dat het een geweldig orkest is). Ik denk dat een gelegenheid als dit vraagt om een meer doorgecomponeerd stuk, en dan kan je naar mijn idee beter Michel van der Aa of Louis Andriessen vragen.

Nogmaals, ik vind het bijzonder goed dat Kees van Kooten op staat voor de cultuur in Nederland, en ik denk dat dat vaker moet gebeuren, niet per se alleen door Van Kooten, maar hij heeft hier wat mij betreft het verkeerde moment voor gekozen. Het idee was goed, de uitvoering wat minder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *