De redactie is nooit te beroerd om voor een bierproeverij het bed uit te komen. Sterker nog: dat is zo ongeveer het enige waarvoor we nog wel tussen de klamme lappen vandaan komen. Afgelopen week was het weer zover en enigszins onwennig troffen we onszelf op de stoep van Brouwerij De Prael in Amsterdam. “Een pand zo dichtbij de Wallen, dat moet wel een stel heel stoute biertjes opleveren”, zo redeneerde Thomas. “Ik ga voor de blondjes”, meldde Joop glunderend. “Houd op met die kansloze opmerkingen en kom mee naar binnen. Ik heb dorst, verdomme”, zei Claudio barser dan gebruikelijk, en stapte over de drempel van de brouwerij. Een lifter glipte mee naar binnen.
U moet weten dat de redactie een vreemde handicap heeft. Zodra zij voet zet in een willekeurige brouwerij, krijgt zij automatisch een rondleiding voorgeschoteld. Dat is ons inmiddels al een aantal keer overkomen en ook in De Prael was het weer raak. Als gevolg van onze goede opvoeding en onvervalste lafheid schuifelde de redactie slaafs achter de Purmerendse gids aan, die ons het hele brouwproces liet zien. Mout, hop, gist, schroten, maischen, klaren, wort, koken, vergisten, lageren: we kunnen het rijtje inmiddels dromen. Geen van de redactieleden is in staat een fatsoenlijk ei te bakken, maar voor bierbrouwen draaien we onze hand amper nog om.
Tussen de ketels valt Thomas de namen van de biertjes op: “Hé, zijn dit niet allemaal namen van volkszangers?” Joop denkt na, en ondertussen gaat de rondleiding verder. De Purmerendse brouwmeester (“de beste brouwers komen nu eenmaal uit Purmerend”) vertelt dat de bieren inderdaad vernoemd zijn naar zangers. “Hé!”, brengt Joop uit, nog steeds verstrikt in zijn denkproces. “Waarom draagt er geen één bier de naam Dries?”, vraagt Claudio iets geïrriteerd. “Dries?”, reageert de Purmerender, “welke Dries?” “Dries Roelvink, wie anders? Waarom blijft echte kwaliteit toch altijd ondergewaardeerd?”, vraagt Claudio zich hardop zuchtend af. “Let maar niet op hem”, probeert Thomas de sociale spanning iets te verlichten. Claudio loopt met vurige schreden naar het proeflokaal.
Als de rest van de redactie daar aankomt, heeft Claudio net zijn eerste paar biertjes op, waardoor de stemming aanmerkelijk is verbeterd. Gezamenlijk gieten we André, Willeke, Nelis en Johnny de donkere, slijmerige krochten van onze spijsvertering in. De blikken zijn instemmend en begerig naar meer. En meer komt er ook. De barjuffrouw plaatst steeds weer nieuwe volkszangers op onze tafel, en serveert er zo nu en dan zelfs luxe hapjes bij. De sfeer is ondertussen niet meer kapot te krijgen, en zelfs het onbedaarlijk braken onder tafel wordt één groot feest. Jankend van geluk kruipt het drietal naar de kille, gure redactieloods terug en duikt na een slaapmutsje het bed weer in.

Thomas is blij, Claudio wacht op meer bier. Een lifter mengt zich.