Bob Dylan brengt volgende week een nieuw album uit, genaamd Shadows in the Night. Op dit album zingt Dylan klassiekers uit de Amerikaanse jazzgeschiedenis, zogenaamde ‘standards.’ Wat al die liedjes nog meer gemeen hebben, is dat Frank Sinatra ze ook al eens heeft opgenomen. De Volkskrant kreeg de cd al eerder en vroeg Gijsbert Kramer deze van kritiek te voorzien. Gijsbert vond het mooi en gaf de cd vier uit de maximale vijf sterren. ‘Bob Dylan zong nog nooit zo mooi en zorgvuldig,’ aldus Kramer. Ik vind dat niet en ík heb gelijk.
De muziekjournalistiek in Nederland is vaak niet van erg hoog niveau. Muziekkritieken bestaan, net als andere kunstbesprekingen, voornamelijk uit meningen en meningen mogen verschillen. Ik vind echter wel dat de ene mening meer waard is dan de andere. Een geïnformeerde mening weegt zwaarder dan een ongeïnformeerde. Aan het schrijven van Kramer te zien is hij niet bijzonder geïnformeerd op het gebied van muziek. Een korte google-sessie laat zien dat hij naast het schrijven vooral als dj actief is. Dat mensen die veel plaatjes draaien verstand hebben van muziek, is een veel voorkomende misvatting. Dj’s weten vaak een hoop over wie welke plaat geproduceerd heeft, in welk jaar, en op wiens geleende gitaar de gitarist speelde, nadat die welk whiskymerk over zijn eigen gitaar morste. Vraag ze echter vervolgens wat het verschil is tussen een majeur en een mineur ladder en je krijgt een lege blik retour.
In de Bob Dylan-recensie schrijft Kramer onder andere dat je de zanger geen ‘zuivere stem’ kan toedichten. Dat bestaat niet, een zuivere stem. In muziek betekent zuiver accuraat van toonhoogte in relatie tot andere tonen of een van te voren afgesproken stemming. Zuiverheid gaat over de frequentie van een toon. Zuiver staat niet gelijk aan mooi, vals staat niet gelijk aan lelijk. Een stem kan mooi, getraind, of gecontroleerd zijn, maar niet zuiver. Dat is een fout in terminologie die in het dagelijks leven heel veel voorkomt, dat vind ik geen probleem, maar als je jezelf journalist noemt, moet je zo’n basaal begrip kennen en juist kunnen toepassen. Een wetenschapsjournalist zou er nooit mee weg kunnen komen als hij de maan als ster zou omschrijven.
Ik heb de twee nummers van het album die Vevo op internet heeft gezet beluisterd, en zoals ik in mijn eerste alinea al liet doorschemeren ben ik niet echt onder de indruk. Er is een traditie van zo’n honderd jaar als het gaat om het zingen van deze liedjes. Ik ben helemaal niet iemand die vindt dat je alles per se conform de traditie moet doen, sterker; ik ben daar erg op tegen. Wanneer je dit repertoire zingt kan je echter niet om die traditie heen, je moet er iets mee doen. Je kan je best doen om die te volgen, of je kunt er bewust van afstappen. Wat je niet kunt doen is net doen of die traditie niet bestaat. Dan houd je je publiek voor onwetend en dat is een van de grootste fouten die je als kunstenaar kunt begaan. Dat laatste is wat Dylan doet. Ik vermoed dat hij zich naast het luisteren naar Frank Sinatra nooit echt verdiept heeft in het materiaal, en dat hij het uit eigen onwetendheid doet, wat wat mij betreft verzachtende omstandigheden zijn. Dat betekent echter niet dat ik de cd goed moet vinden.
Het grootste euvel bij Bob Dylan zit hem in de ritmiek. Deze nummers, standards, zijn vaak ritmisch erg saai. Goede zangers benaderen deze nummers dan ook behoorlijk vrij. Zij improviseren ritmisch, en soms ook melodisch. Zij trekken noten voor, of stellen ze uit. Ze rekken melodieën op, of versnellen ze juist. Daardoor komen de mooie noten die al door de componist zijn gekozen beter tot hun recht en blijft een nummer vers, ondanks dat je het al heel vaak hebt gehoord. In de muziek noemen we dat frasering. Dylan doet dat niet. Hij zingt elke noot precies op de plek waar je hem op zou schrijven als je de meest eenvoudige basisversie van het nummer zou noteren. Dat zou ook mooi kunnen zijn, als de begeleiding zich daar voor leent. Met een lege, minimale begeleiding zou het een prachtig verstild, fragiel effect kunnen hebben. Met een drukke, hectische begeleiding zou het leidraad en contrast kunnen zijn. Dylan kiest echter voor een bijzonder weinig dynamische countrybegeleiding, die al even zoutloos is als zijn eigen zang. Daardoor word het geheel saai en klinkt het niet alsof Dylan expres is afgestapt van de traditie om te fraseren tijdens het zingen, maar alsof hij niet weet dat dat is wat je normaal gesproken doet wanneer er zo weinig gebeurt op ritmisch gebied. Leg Bob Dylan’s versies eens naast die van Frank Sinatra en hoor hoe fris en levendig die laatste klinken in vergelijking.
Als je dan toch een popicoon jazzstandards wilt horen zingen stel ik voor om eens naar de plaat Cheek to Cheek van Lady Gaga en Tony Bennett te luisteren. Gijsbert Kramer heeft deze ook voor De Volkskrant gerecenseerd in een stukje genaamd ‘Gaga, Bennett, houden jullie maar even je mond’ (hoe kan het dat deze man nog steeds voor een kwaliteitskrant mag schrijven?). Hij gaf de cd twee van de vijf sterren. Ook hier heeft hij het fout. Deze cd is weliswaar traditioneel als maar zijn kan, maar wel verdomd goed gezongen, zeker door Gaga.
Ritmisch saai? Wanneer je Gijsbert Kramer aanvalt op zijn terminologie met betrekking tot muzikale terminologie (zuivere stem) en dan met een dwaasheid als deze op de proppen komt… wat de een saai noemt ervaart de ander als hypnotiserend maar het zegt niets over de ritmiek, die is syncopisch of niet, en voltrekt zich binnen een maatsoort. Zie je, met deze haarkloverij dood je iedere discussie. Nu over naar de plaat, Dylan beschuldigen van weinig kennis op dit gebied is hilarisch, beluister zijn radioprogramma’s, zie hoe hij al vanaf de jaren zeventig zijn liefde voor standards tegen de tijdgeest in heeft beleden. Niemand minder dan Sinatra vroeg Dylan om zijn 80 jarige verjaardagsfeest te bekronen met het lied Restless Farewell en was zichtbaar geroerd. Qua frasering staat Dylan bekend om idiosyncratische benadering, hij loopt over de regels heen bij wijze van spreken in zijn eigen songs. Hier heeft hij een andere keuze gemaakt, een bewuste. Niet is hij voor de benadering van Sinatra gegaan, hem imiteren is onbegonnen werk, en levert een slap aftreksel op bij wie dan ook. Dylans manier van zingen is uit de folk afkomstig, recht toe recht aan, om de ziel van een lied te raken en een verhaal te vertellen, met als werktuig een simpele nadruk, een adempauze, de specifieke, karaktreiserende klankzetting van de stem. Daarom ook een begeleiding die geen aandacht opeist maar een sfeervol klankbed voor de vertolking. Je mag dat saai vinden (veel mensen vinden Woody Guthrie saai) maar je kunt niet ontkennen dat het een originele en van kennis getuigende benadering is van materiaal wat begraven is geraakt onder fantasieloze orkestrale, quasi swingende uitvoeringen. En aangaande Lady Gaga, Tony Bennet kan swingen, maar niet hals zo als Sinatra, en Lady Gaga, ach, heeft die zich verdiept in de muziekgeschiedenis zoals Dylan? Maar het staat iedereen vrij zijn voorkeuren te hebben, zolang we gevrijwaard worden van ondeskundig commentaar.
Ritmisch saai is correct gebruik van terminologie. Ik geef toe dat het een mening is, daar kom je niet omheen bij een recensie, maar het is geen foutief gebruik van woorden. Waar ik Kramer van beschuldig, is het gebruiken van woorden die hij zelf maar half begrijpt om het zo te laten lijken alsof hij verstand heeft van de zaken waar hij over praat. Ritme is de verdeling van noten over tijd. Dat betekent inderdaad dat het wat zegt over of iets syncopisch is en dat het wat zegt over de maatsoort, maar niet uitsluitend. Ritmiek is één van de expressiemiddelen waar wij muzikanten beschikking over hebben. Dylan’s beperkte gebruik van ritmiek vind ik saai. U kan dat hypnotisch vinden, in een andere context zou ik dat waarschijnlijk ook vinden, zoals ik al zei in mijn stukje, maar in deze vorm vind ik het saai.
Wat ik ook in mijn stukje zei, is dat het veel luisteren naar en houden van muziek helaas vaak niet direct toepasbare kennis oplevert. Het kan zijn dat Bob Dylan standards erg mooi vindt, en dat hij radioshows daarover vol kan praten, maar dat wil nog niet zeggen dat hij weet hoe hij het moet zingen. Er zijn enorme talenten die alle benodigde informatie uit alleen het luisteren kunnen halen, maar de meeste gewone stervelingen hebben een vakkundig iemand nodig die ze de juiste kant op wijst. Ik vermoed dat Dylan dat niet heeft gehad.
Ik ben me bewust van Dylans frasering in zijn eigen liedjes, en daar vind ik het werken, maar in de tekstueel en ritmisch saaie (daar is het weer) omgeving van standards vind ik dat niet. Ik vind zeker niet dat Dylan Sinatra had moeten proberen te imiteren (wederom, ik herhaal mijzelf, lees mijn stukje). Kurt Elling imiteert Sinatra niet, maar die is zich heel erg duidelijk wel bewust van de traditie en gebruiken in de jazzmuziek, net als Cyrille Aimée, Jamie Cullum, of al die andere bijzonder vakkundige zangers die standards zingen.
Ik ontken wel dat het een originele en van kennis getuigende benadering is: Standards als countryliedjes zingen is al vaker gedaan (ik hoorde van de week toevallig Josh Ritters versie van Moon River, om te horen hoe het wel moet; zet die eens op). Wellicht heeft Dylan de kennis en de kunnen die ik hem niet toedicht wel in huis, maar dan laat hij dat niet horen. Het kan zijn dat dat een bewuste keuze was, maar dan is dat er één die ik niet begrijp en niet waardeer. Na de zes jaar en duizenden euro’s die ik in mijn HBO muziekopleiding heb gestoken, durf ik best te zeggen dat dat een deskundig commentaar is. Nu vraag ik me af, wat zijn uw kwalificaties?
Dank voor de verhelderende verdediging. Het ondeskundige aan het eerste commentaar vond ik niet uw muzikale kennis (aanval op Kramer vond ik niet zo kies), maar uw diskwalificatie van Dylans inzicht betreffende the American Songbook. Die neem ik terug op grond van uw goed onderbouwde mening omtrent de aanpak waarvoor Dylan heeft gekozen, al onderschrijf ik uw kritiek niet, ik blijf het origineel en diep doorvoeld vinden. Wat betreft mijn kwalificaties, moet ik verwijzen naar de hogeschool van het leven, namelijk vanaf begin jaren negentig opgetreden met verschillende academisch geschoolde muzikanten die mij als zanger alleen wensten te ondersteunen vanwege mijn stem en de theoretische kennis die ik zelf had vergaard, dus misschien niet zo onderlegd als u, maar wel op de hoogte. Ik zou ook niet zozeer spreken van country benadering (the pedal steel klinkt misschien country maar citeert her en der jazzy of orkestrale partijen van verscheidene uitvoeringen, zoals u zult weten), maar van folk benadering, en de rauwheid is wel degelijk nieuw en in mijn ogen verfrissend voor dit materiaal, dat laatste kan ik niet zeggen van de op veilig spelende Cullum, de andere namen die u noemt zijn inderdaad pracht voorbeelden van ook inspirerende aanpak. Dat de onvaste oude stem van Dylan voor u een brug te ver is begrijp ik geheel, maar de muzikaliteit die uit deze plaat spreekt, dat u die mist, is jammer maar een goed recht.
mooie pedanterie, iemand terechtwijzen en dan doodleuk opschrijven dat je maar twee nummers hebt gehoord.
Op het moment van schrijven waren er maar twee nummers vrijgegeven. Wellicht zal ik de rest ook eens beluisteren als die op YouTube of Spotify verschijnt. Mocht Dylan de andere nummers anders behandelen dan de twee die ik heb gehoord zal ik een retractie plaatsen, maar, pedant als ik ben, ik vermoed dat dat niet nodig zal zijn.
Verder is het opmerkelijk dat u het wel pedant vindt dat ik een meningen over een cd heb die ik maar voor een vijfde beluisterd heb, maar niet dat ik meermaals roep in mijn stukje dat mijn mening meer waard is dan die van anderen.