De laatste weken zit ik met regelmaat in de plaatselijke bibliotheek. Dat is pure noodzaak: ik heb een masterscriptie te schrijven en kan de talloze afleidingen in mijn eigen huis maar moeilijk weerstaan. De openbare bieb is wat dat betreft ideaal. De kans dat je daar in je joggingbroek van ellende maar weer eens koffie gaat zetten of ineens bedenkt dat alle handdoeken opnieuw opgevouwen moeten worden, is verwaarloosbaar. Het mooie van de bibliotheek is niet alleen dat je er waarschijnlijk geconcentreerd aan je werk zult gaan, je kunt er bovendien ook nog van alles leren over de mensheid om je heen. En dat zonder ook maar een boek open te slaan. Hier is wat ik reeds leerde:
- Als je lang genoeg in de buurt van de Bouquet-romans blijft hangen, zul je zien dat er vanzelf eens een ouder dametje door die reeks gaat staan zoeken en een paar boeken mee naar huis neemt. Dat stelde mij gerust: blijkbaar hebben ook oudere mensen nog gewoon zin in gore passie en consequentieloze seks, ook al vliegen de vonken en lichaamssappen dan alleen nog van het papier. Dat is alvast één zorg over het ouder worden minder. Ik stel me zo voor dat oudere stellen dat aan elkaar voorlezen voor het slapen gaan, waarna ze elkaar knuffelen en met een warme gloed gaan slapen. En ja, ik ben mij bewust van de bizarre paden die mijn voorstellingsvermogen inslaat.
- Niezen in de bieb klinkt inderdaad een stuk luider dan in andere omgevingen. Mocht u dit lezen, mevrouw in het roze: gat-ver-damme! Hou op z’n minst die vette klauw voor dat fucking schransgat! Dank u. En dat geldt ook voor u, meneer die uw toehoorders dagelijks een paar keer per uur verblijdt met het diepe, slijmraspende geluid van uw gekuch. Ik zou er trouwens eens mee naar de dokter gaan.
- De bibliotheek is schijnbaar tevens een hangplaats voor minder fortuinlijke mensen van middelbare leeftijd. Ik wist nooit dat je in de bieb halve liters bier mocht opentrekken en op je winterslippers mocht rondwandelen, maar na de afgelopen weken weet ik wel beter. Je mag er zelfs in een soort spontane praatgroep slap ouwehoeren over hoe het dan wel een kutjaar was, maar dat je wel onwijs hebt gelachen (‘hè, weet je nog, pik?’), of met wat voor drogredeneringen je je geloof in God staaft. Oja, en als enige hardop lachen om je eigen grappen is geen enkel probleem.
- Opvallend veel mensen voeren telefoongesprekken in de bibliotheek. Vast omdat het daar ‘zo lekker rustig is’, maar dat is helaas een illusie, want:
- Hoewel jijzelf van huis uit hebt meegekregen dat je in de bieb stil bent of het volume in elk geval zoveel mogelijk dempt, is dat duidelijk niet een les die iedereen heeft geleerd. In de bibliotheek merk je gauw genoeg dat het voor veel mensen echt teveel is gevraagd om even geen of weinig geluid te maken. Een handjevol mensen, zo viel mij op, geeft tevens hardop commentaar op artikelen in tijdschriften en kranten. Het vermoeden rijst dat mensen tegenwoordig blijkbaar naar de bieb gaan om eens lekker te praten (zelfs zonder gesprekspartner), net zoals velen tegenwoordig naar de bioscoop gaan om allerlei maar uitsluitend krakend voedsel te eten. Wie de logica hier begrijpt, die verzoek ik het mij uit te leggen.
- Kinderen leren lezen is verstandig. Ik begrijp dus prima waarom ze meegenomen worden naar de bibliotheek. Het is mij alleen iets minder duidelijk waarom ze daar ook zouden mogen rennen.
- De bieb heeft stamgasten. Dat was nieuw voor mij, maar nu ik er ook één ben, begrijp ik het eigenlijk wel. In die bibliotheek kun je ongegeneerd jezelf zijn; je hoeft nergens rekening mee te houden. Ik denk dat ik morgen m’n koffie en handdoeken maar meeneem.