Ophef bij de KRO-NCRV. In de uitzending van het televisieprogramma Brandpunt van afgelopen dinsdag noemde presentator Fons de Poel het GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver een ‘snotneus’. Klaver werd genoemd in verband met het onderwerp van de bewuste uitzending: de positie van ABN Amro. De Poel nam het daarbij op voor de hoge bazen van de bank, schijnbaar in de veronderstelling dat die bazen niet bij machte zijn dat zelf te doen, en beschrijft Klaver’s acties en uitspraken derhalve nogal schamper. Na een fragment waarin Klaver spreekt, reageert De Poel met ‘snotneus’.
Toegegeven, dit soort acties zijn we normaal gesproken vooral van Herman van der Zandt gewend. Meestal is de timing dan beter en spat de onderkoeldheid ervan af. De Poel, daarentegen, overtuigt humoristisch niet erg en komt ietwat gefrustreerd over. Hij lijkt het zich, als een onvervalste internetreageerder, veel te persoonlijk aan te trekken. Daar blijkt echter meer achter te schuilen: De Poel klust zo nu en dan bij bij ABN Amro. Het zaakje ruikt dus een beetje naar WC-Eend, en daarom gaat de KRO-NCRV nu in beraad over De Poel.
Wat mij betreft moet de uitkomst tweeledig zijn. Enerzijds verdient De Poel een stevig gesprek over zijn bijverdiensten. Die zijn namelijk principieel niet zo goed te combineren met de journalistieke pretenties van Brandpunt. Bovendien zou De Poel zich eens moeten afvragen waarom bankiers beschermd zouden moeten worden tegen kritische geluiden vanuit de politiek: was (en is) dat namelijk niet de kern van de problemen in de financiĆ«le wereld? Anderzijds wil ik De Poel een omhoog gestoken duim toespelen. Hij heeft immers het prachtige, oer-Hollandse ‘snotneus’ weer in onder de collectieve aandacht gebracht. Want hoe we het ook wenden of keren: er is geen mooier, gepaster woord om je minachting voor iemand kenbaar te maken. Geen woord zo duidelijk lakend als ‘snotneus’. Een verfrissend geluid in een discours dat momenteel vooral gedomineerd wordt door ziektes en Engelse leenwoorden.
De Poel mag wat mij betreft dan ook blijven. Maar alleen op de voorwaarde dat hij het woord ‘snotneus’ blijft gebruiken, en zorgt dat hij de term voor de rechtmatige snotneuzen hanteert.